Hoe heb jij geleerd met emoties om te gaan?
Mochten ze gezien worden of verstopte je ze?
Mocht er gehuild worden of werd je gezegd dat je sterk moet zijn als jongetje?
Mocht je boos zijn of is dat niet zo meisjesachtig?
Ze ligt op de tafel en ik voel haar boosheid.
Haar kaken verkrampen en haar vuisten ballen zich.
Echt contact ermee maken lukt nog niet.
Ze gaat er liever nog bij weg en wordt onbereikbaar.
Waar straf je jezelf door je woede niet te uiten vraag ik haar.
Want boos is ze, dan maar liever op zichzelf.
Hoeveel kracht kost het om de boosheid eronder te houden?
Ook de angst dat de ander vertrekt als ze uit wat ze voelt.
Emoties willen ontmoet worden leg ik haar uit.
Ook boosheid mag geuit en ontmoet worden en ik loop niet zomaar weg.
Langzaam komt het vertrouwen en de ruimte om de woede te uiten.
Wat wil je lichaam doen?
Welke beweging mag er gemaakt worden?
Ze volgt haar lichaam en ik help haar om te uiten.
Ik blijf met haar in contact.